Wat betekent het ℮-teken op verpakkingen?
Het ℮-teken op voorverpakkingen duidt op een garantie van het werkelijke gewicht of inhoud. Een producent of importeur mag slechts voorverpakkingen met ℮-teken op de markt te brengen wanneer:
- de werkelijke inhoud gemiddeld niet kleiner is dan de nominale inhoud
- een voorverpakking een minusafwijking heeft die kleiner is dan tweemaal de maximale afwijking in Tabel 1
- het aantal voorverpakkingen met een afwijking in minus die groter is dan de maximale afwijking in Tabel 1, dit moet in verhouding zo laag zijn, dat de partij voorverpakkingen voldoet aan de vooropgestelde controles
In België is dit vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 28 december 1979, betreffende het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde producten in voorverpakkingen, in overeenstemming met de Europese Richtlijn 1976/211/EEG.
Dit Koninklijk Besluit is van toepassing op voorverpakkingen verkocht met een constante nominale hoeveelheid gelijk of groter aan 5 g of 5 ml, en gelijk of kleiner aan 10 kg of 10 l. Zowel voor Business-to-Businessproducten als voor Business-to-Consumerproducten.
Het Koninklijk Besluit bevat een aantal technische begrippen, deze worden hieronder gedefinieerd:
- Voorverpakking: het geheel van het product en de individuele verpakking waarin het is voorverpakt. Een product is voorverpakt als het in een verpakking zit en de hoeveelheid van het product niet kan worden veranderd zonder opening of aantoonbare wijziging van de verpakking.
- Nominale hoeveelheid: het gewicht of volume vermeld op de verpakking (de hoeveelheid die een verpakking dient te bevatten).
- Werkelijke inhoud: het gewicht of volume dat een verpakking werkelijk bevat. Bij controles wordt de volume-inhoud steeds bij 20°C bepaald, ongeacht de afvultemperatuur.
- Afwijking in minus of minusafwijking: het negatieve verschil tussen werkelijke inhoud en nominale hoeveelheid (oftewel, wanneer werkelijke inhoud lager is dan de nominale hoeveelheid).
- Minimaal toelaatbare inhoud: de nominale hoeveelheid verminderd met de maximaal toelaatbare afwijking in minus (zie tabel 1).
Maximaal toelaatbare afwijking in minus | ||
Minimale nominale inhoud Qn in g of ml | In % van Qn | In g of ml |
Van 5 tot 50 | 9 | – |
Van 50 tot 100 | – | 4,5 |
Van 100 tot 200 | 4,5 | – |
Van 200 tot 300 | – | 9 |
Van 300 tot 500 | 3 | – |
Van 500 tot 1000 | – | 15 |
Van 1000 tot 10000 | 1,5 | – |
Tabel 1: Maximaal toelaatbare afwijking in minus
Het vulbedrijf, de producent of de importeur moet de werkelijke inhoud van voorverpakkingen controleren met een wettig meetmiddel (een geijkt toestel). De meetfout van het meetmiddel moet kleiner of gelijk zijn aan eenvijfde van de maximaal toelaatbare afwijking in minus.
Als de werkelijke inhoud niet gemeten kan worden, dient het vulbedrijf of de importeur te controleren of de werkelijke inhoud gewaarborgd is.
Bij import uit landen buiten de Europese Unie kan het vulbedrijf of de importeur het bewijs leveren dat het zich omringt heeft met alle garanties die het in staat stellen verantwoordelijkheid te dragen.
Alle controleresultaten en metingen moeten gedurende ten minste twee jaar bewaard worden. In België worden door de metrologische dienst controles in bedrijven uitgevoerd, de controleresultaten hiervan moeten voorgelegd kunnen worden.
Als aan alle eisen is voldaan mag het ℮-teken op de verpakking geplaatst worden, onder de verantwoordelijkheid van het vulbedrijf, producent of importeur. Het dient minimaal 3 mm hoog te zijn en in het gezichtsveld van de nominale hoeveelheid geplaatst te worden. De verhoudingen van het ℮-teken liggen eveneens vast.
Hoe moeten de controles uitgevoerd worden?
De controle van een partij bestaat uit het twee delen:
- de werkelijke inhoud vaststellen van elke voorverpakking van de steekproef en;
- de gemiddelde werkelijke inhoud bepalen van de voorverpakkingen van de steekproef.
Als beide controles in orde zijn, is de partij voorverpakkingen goedgekeurd.
De steekproef bestaat uit voorverpakkingen die dezelfde nominale hoeveelheid hebben, hetzelfde model en dezelfde fabrikage hebben én op dezelfde plaats zijn afgevuld. Een partij bestaat uit minstens 100 en maximaal 10.000 voorverpakkingen.
Als een partij minder dan 100 verpakkingen telt, dienen deze allemaal gecontroleerd te worden. Bij een vulinstallatie is de partijgrootte gelijk aan de maximale uurproductie.
Voor het eerste deel, de controle van de werkelijke inhoud van voorverpakkingen is een destructieve en niet-destructieve methode mogelijk. De niet-destructieve methode heeft de voorkeur, aangezien de voorverpakking bij een destructieve methode geopend of vernield wordt, waardoor deze niet meer verhandelbaar is. De destructieve methode wordt enkel toegepast als de niet-destructieve niet praktisch uitvoerbaar is.
Bij een ondeugdelijke voorverpakking is de werkelijke inhoud kleiner dan de minimaal toelaatbare inhoud.
Bij de niet-destructieve methode is er een dubbel steekproefschema (tabel 2).
Steekproef | Aantal ondeugdelijke voorverpakkingen | ||||
Grootte partij | Volgorde | Grootte steekproef | Grootte steekproef na optelling | Goedkeurcriterium | Afkeurcriterium |
100 t.e.m. 500 | 1
2 |
30
30 |
30
60 |
1
4 |
3
5 |
501 t.e.m. 3200 | 1
2 |
50
50 |
50
100 |
2
6 |
5
7 |
3201 en meer | 1
2 |
80
80 |
80
160 |
3
8 |
7
9 |
Tabel 2: Steekproefschema en criteria voor het bepalen van de werkelijke inhoud volgens de niet- destructieve methode
De grootte van de steekproef is afhankelijk van de grootte van de partij.
De eerste steekproef is aanvaardbaar als het aantal ondeugdelijke voorverpakkingen kleiner of gelijk is aan het goedkeurcriterium. Als het aantal ondeugdelijke voorverpakkingen gelijk of groter is dan het afkeurcriterium, wordt de partij afgekeurd. Ligt het aantal ondeugdelijke verpakkingen tussen het goedkeur- en afkeurcriterium, dan dient er een tweede steekproef genomen te worden.
Na de tweede steekproef worden de ondeugdelijke verpakkingen uit de eerste en tweede steekproef opgesteld. Is dit aantal lager of gelijk aan het goedkeurcriterium, dan wordt de partij goedgekeurd. Is het aantal gelijk of hoger als het afkeurcriterium, dan wordt de partij afgekeurd.
Bij de destructieve methode is er een enkelvoudig steekproefschema. Het aantal gecontroleerde voorverpakkingen is steeds 20, ongeacht de grootte van de partij. De partij dient groter te zijn dan 100 voorverpakkingen.
Aantal ondeugdelijke voorverpakkingen | |||
Grootte partij | Grootte steekproef | Goedkeurcriterium | Afkeurcriterium |
≥ 100 | 20 | 1 | 2 |
Tabel 3: Steekproefschema en criteria voor het bepalen van de werkelijke inhoud volgens de destructieve methode
Het tweede deel van de controle van een partij voorverpakkingen, bestaat uit het bepalen van de gemiddelde werkelijke inhoud van de voorverpakkingen uit de steekproef, en bepalen of dit gemiddelde aanvaardbaar is.
Dit klinkt gemakkelijker dan het is, maar er zitten verschillende statistische berekeningen achter, met te bepalen variabelen.
Een partij is aanvaardbaar als
x̄ = gemiddelde werkelijke inhoud van n voorverpakkingen
Qn = nominale inhoud van de voorverpakking
n = aantal voorverpakkingen van de steekproef
s = schatting van de standaardafwijking van de werkelijke inhouden van de partij
Er zijn goed- en afkeurcriteria opgesteld voor zowel de destructieve als niet-destructieve methode.
Methode | Grootte partij | Grootte steekproef | Goedkeurcriterium | Afkeurcriterium |
Niet-destructief | 100 t.e.m. 500
501 en meer |
30
50 |
x̄ ≥ Qn – 0,503s
x̄ ≥ Qn – 0,379s |
x̄ < Qn – 0,503s
x̄ < Qn – 0,379s |
Destructief | ≥ 100 | 20 | x̄ ≥ Qn – 0,640s | x̄ < Qn – 0,640s |
Tabel 4: Criteria voor de gemiddelde werkelijke inhoud van een steekproef
De details van deze vergelijkingen en berekeningen zijn terug te vinden in het Koninklijk Besluit. De weegschalen en volumemeters zijn specifiek ontwikkeld voor controle op ℮-weging, hebben deze vergelijkingen geïntegreerd en geven het resultaat weer.
Hoe wordt de niet-destructieve methode in de praktijk omgezet?
De niet-destructieve methode is de meest voorkomende manier van controle voor correcte toepassing van het ℮-teken.
Er is een inventarisatie van de voorverpakkingen die met het ℮-teken op de markt gebracht worden. Voor deze voorverpakkingen wordt bepaald welke partijgrootte en dus ook welke steekproefgrootte ze hebben. De steekproef moet voldoen aan de voorwaarden die hierboven zijn beschreven. Vaak wordt een steekproef uitgevoerd met dezelfde type verpakking met hetzelfde type product. Eventueel is er een variatie in het product mogelijk, zolang de nominale inhoud hetzelfde is (bijvoorbeeld een blik tomatensoep of een blik groentesoep, beide met een nominaal volume van 400 ml kunnen tot eenzelfde partij behoren als ze dezelfde verpakking hebben en op dezelfde plaats zijn afgevuld).
Er worden checkwegers geproduceerd die handmatig bediend kunnen worden. Bij grotere vulbedrijven zijn er in-line checkwegers die iedere voorverpakking controleren. Voor het instellen van een checkweger dient de steekproefgrootte, nominaal gewicht en het tarragewicht van de voorverpakking ingegeven te worden. Op basis hiervan wordt de maximale afwijking in minus bepaald en daarmee ook de minimaal toelaatbare inhoud.
De in-line checkwegers hebben een uitstootsysteem dat voorverpakkingen met een gewicht lager dan de minimaal toelaatbare inhoud uit de flow verwijderd. Op deze manier wordt gegarandeerd dat er aan het Koninklijk Besluit is voldaan. Er moet op gelet worden dat de uitgestoten voorverpakkingen niet in de reguliere stroom van voorverpakkingen terechtkomen. Dit is mogelijk door de opvangbak af te sluiten of de uitgestoten voorverpakkingen te beschadigen of te merken.
Bij manuele checkwegers is het mogelijk dat het resultaat van een steekproef nog geïnterpreteerd dient te worden, om zo te bepalen of een tweede steekproef noodzakelijk is en of de partij aanvaard wordt. Als een partij niet aanvaard wordt, volgen er corrigerende maatregelen. Het afvulproces zal herevalueert moeten worden om te achterhalen waar de afwijking ontstaat. Eveneens dient er beslist te worden wat met de afgekeurde gebeurt.
Informatie: