Cosmetica
Op cosmetica is naast de EU-verordening 1223/2009 betreffende cosmetische producten de EU-verordening 655/2013 betreffende beweringen over cosmetische producten van toepassing. Verder is in Nederland het Warenwetbesluit cosmetische producten van kracht.
Het belangrijkste doel van deze wetgeving is de volksgezondheid te beschermen. Cosmetische producten zijn namelijk stoffen of mengsels die met de menselijke huid, haren of nagels in aanraking komen met als doel het uiterlijk te wijzigen, te parfumeren of te reinigen.
Deze wetgeving behandelt onder meer de eisen voor het op de markt brengen van cosmetica, stoffen of mengsels die daarin verwerkt zijn en die allergieën kunnen veroorzaken, de voorgeschreven benamingen van cosmetische ingrediënten (INCI – internationale nomenclatuur voor cosmetische ingrediënten), verboden stoffen en het testen van cosmetische ingrediënten of het eindproduct op dieren. Verder schrijft de wet voor dat er voor elk product gedurende 10 jaar een productinformatiedossier, ook wel productveiligheidsrapport genoemd, wordt bijgehouden en welke informatie dit dossier dient te bevatten.
Hier volgen enkele voorbeelden van situaties waar u mee te maken kunt krijgen:
- U wilt cosmetische producten importeren uit landen waar dierproeven zijn toegestaan of zelfs verplicht, terwijl dierproeven in de EU verboden zijn.
- Indien ingrediënten in de vorm van nanomateriaal worden gebruikt, is de vermelding “nano” tussen haakjes achter het ingrediënt verplicht.
- Beweringen die uw product specifieke kenmerken toedichten
- zijn niet toegestaan als soortgelijke producten dezelfde kenmerken bezitten.