Doorstraalde waren
Hierop is de EU-Verordening 1999/2 inzake de behandeling van voedsel en voedselingrediënten met ioniserende straling van toepassing. Daarnaast geldt in Nederland het Warenwetbesluit Doorstraalde waren.
Sommige levensmiddelen kunnen worden verhit om ze veiliger en langer houdbaar te maken. Maar voor levensmiddelen die niet geschikt zijn om verhit te worden, is een andere behandeling om de houdbaarheid te verbeteren – namelijk met ioniserende stralen – een alternatieve methode.
De EU-Verordening 1999/2 noemt de levensmiddelen waarvan doorstralen is toegestaan en welke stralingsdosis daar dan voor geldt. Deze dosis komt uitvoerig aan bod in het Warenwetbesluit. Enkele voorbeelden van levensmiddelen die doorstraald mogen worden zijn gedroogde vruchten, graanvlokken, gedroogde kruiden en garnalen. Verder vermeldt de Verordening onder meer dat deze techniek alleen gebruikt mag worden omwille van de noodzakelijke voedselhygiëne van levensmiddelen en dat de levensmiddelen die de doorstraling ondergaan onaangetast moeten zijn.
Enkele voorbeelden van zaken waar u mee te maken kunt krijgen zijn:
- Wanneer grondstoffen of ingrediënten straling hebben ondergaan moet dit altijd vermeld worden. De grondstofleverancier dient het te melden aan de producent en de producent dient de consument te informeren door een vermelding op het etiket. Hoe deze vermelding precies moet luiden staat in de genoemde wetgeving.
– Ook bij niet-verpakte producten dient vermeld te worden wanneer ze doorstraald zijn.
- Hoewel in de wetgeving doorstraalde waren als absoluut veilig worden aangemerkt, hebben ze een negatief imago. Hoe gaat u als producent daarmee om?