HOOFDSTUK III ALGEMENE VOORSCHRIFTEN INZAKE VOEDSELINFORMATIE EN VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE EXPLOITANTEN VAN LEVENSMIDDELENBEDRIJVEN
Artikel 6: Basisvoorschrift
Levensmiddelen die bestemd zijn voor levering aan de eindverbruiker of aan grote cateraars, zijn voorzien van voedselinformatie overeenkomstig de Europese verordening (EU) Nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten’
Artikel 7 ‘’eerlijke informatiepraktijken’’
De informatie op levensmiddelen moet eerlijk zijn. Er mag geen onjuiste informatie op staan, bijvoorbeeld over de afkomst van een product of over een aanvullend voedselkeurmerk. Ook mogen er geen fictieve effecten toegekend worden aan een product, zoals de aanwezigheid van extra cafeïne of een hoger alcoholpercentage dan daadwerkelijk het geval is.
Het is ook niet toegestaan om aanwezigheid van een bepaald ingrediënt te suggereren middels een presentatie, beschrijving of afbeelding daarvan, terwijl het in werkelijkheid is vervangen door een ander ingrediënt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de voorstelling van een ander soort suiker dan werkelijk voor het product gebruikt is. Het toekennen van voedings- of gezondheidsclaims is ook aan voorwaarden gebonden die in de Europese en nationale wetgeving vastgesteld zijn.
Voedselinformatie is nauwkeurig, duidelijk en voor de consument gemakkelijk te begrijpen.
Artikel 8: Verantwoordelijkheden
De levensmiddelenexploitant is verantwoordelijk voor de voedselinformatie op het etiket van de levensmiddelen die onder zijn naam of handelsnaam op de markt wordt gebracht. Indien de exploitant van een levensmiddelenbedrijf niet in de Europese Unie is gevestigd, is de importeur verantwoordelijk voor de voedselinformatie op levensmiddelen.
De verplichte minimale vermeldingen met eventuele documentatie die de exploitant of importeur aan dient te leveren, verschilt per situatie. Hieronder worden een aantal mogelijke situaties beschreven.
Voorverpakte levensmiddelen
Een voorverpakt levensmiddel is klaar om aan de eindverbruiker en aan cateraars te worden aangeboden. Het verpakkingsmateriaal bedekt het levensmiddel geheel of gedeeltelijk. De inhoud van de verpakking kan niet worden veranderd of aangetast zonder deze te aan te tasten.
Voorbeelden van voorverpakte levensmiddelen zijn een zak snoep of een doos met kroketten, zoals die te vinden zijn in de schappen van retailers. Een levensmiddel dat op verzoek van de consument of met het oog op onmiddellijke verkoop wordt verpakt, wordt niet als “voorverpakt levensmiddel” beschouwd.
Omverpakkingen voor voorverpakte levensmiddelen
Levensmiddelen kunnen ook verpakt worden in omverpakkingen, bijvoorbeeld in een omdoos zoals deze aan retailers worden geleverd. Dit zijn voorverpakte levensmiddelen die samen verpakt zijn in één verpakking en die niet voldoen aan de definitie “voorverpakking”.
Business-to-business verpakkingen
Business-to-business (B2B) verpakkingen, zijn niet bestemd voor retailers of cateraars, maar worden verpakt en verhandeld als grondstof met het doel verwerkt te worden tot levensmiddel. Groothandelverpakkingen vallen ook onder B2B verpakkingen omdat deze aan zakelijke klanten worden verkocht.
Onverpakte levensmiddelen
Een onverpakt levensmiddel, is een levensmiddel dat niet direct is voorzien van een verpakking op het moment van aanschaf. De verpakking kan bijvoorbeeld gebeuren op verzoek van de consument. Het verpakken in de context van directe verkoop valt onder deze categorie. Een voorbeeld hiervan zijn vleeswaren die in de winkel worden gesneden, ook al zijn vleeswaren in de supermarkt voorzien van een verpakking. Andere onverpakte levensmiddelen zijn bijvoorbeeld brood, groente en noten. Deze levensmiddelen worden onverpakt gepresenteerd.